Ondernemerschap groeit snel in Nederland

03 april 2008

In de afgelopen twintig jaar is het aantal oprichtingen van nieuwe bedrijven voortdurend gestegen. Belangrijke structurele oorzaken achter de snelle groei van het aantal oprichtingen zijn onder andere de opkomst van nieuwe diensten en een sterk stimulerend overheidsbeleid ten aanzien van ondernemerschap. Bovendien heeft de versobering van de socialezekerheid het ondernemerschap in beeld gebracht als goed alternatief voor het werknemerschap. In het rapport ‘Bedrijvendynamiek en werkgelegenheid – periode 1987-2007’ beschrijft onderzoeksbureau EIM de ontwikkelingen die in deze periode hebben geleid tot een ondernemender Nederland. 

Ontwikkelingen in jaren negentig nog steeds relevant
Belangrijke oorzaken achter de snelle groei van het aantal oprichtingen zijn onder andere de opkomst van nieuwe diensten en een sterk stimulerend overheidsbeleid ten aanzien van ondernemerschap. Bovendien heeft de versobering van de sociale zekerheid, het ondernemerschap in beeld gebracht als goed alternatief voor het werknemerschap. Incidentele oorzaken hebben ook een belangrijke invloed op de groei van ondernemerschap. De economisch slechte jaren 1992 en 1993 kenmerkten zich door vele reorganisaties waardoor velen hun baan verloren. Een flink deel is in die jaren een eigen bedrijf begonnen. Wat in 1992 en 1993 geldig was, gold ook voor de jaren 2004 en 2005. Ook in deze periode was de ongunstige arbeidsmarkt een belangrijke pushfactor gebleken. In 2006 nam het aantal starters aanzienlijk toe. Deze toename is voornamelijk het gevolg van de aantrekkende economie. Hierdoor zijn er goede afzetverwachtingen en is er een mogelijkheid om terug te vallen op een baan in loondienst. Deze factoren worden ook wel pull-factoren genoemd.

Winst- en afzetperspectieven stimuleert ondernemerschap
Vooral in de bouw en dienstverlening is het afzet- en winstperspectief gunstig. Met geringe investeringen kan al snel als zelfstandig ondernemer gestart worden. De arbeidsmarkt is in deze sectoren krap, wat maakt dat de vraag naar arbeid hoog is. Dit heeft de opkomst van ondernemers zonder personeel in deze sectoren de laatste jaren sterk gestimuleerd. Deze ondernemers werken niet in een samenwerkingsverband zoals een vof en hebben geen personeel indienst. Hiermee zijn zij een type ondernemer die veel lijkt op een werknemer die zijn arbeid aanbiedt aan een beperkt aantal opdrachtgevers.

Weinig innovatief ondernemerschap door gebrekkige kennisoverdracht
Nederland blijft enigszins achter als het gaat om het ontwikkelen en het gebruik van nieuwe informatietoepassingen. Wel is het zo dat de uitgaven aan R&D en andere investeringen in kennis omhoog gaan. Echter, de overdracht van de kennis naar kleine bedrijven laat nog te wensen over. Slechts een klein gedeelte van de ondernemers kan als echt innovatief aangeduid worden. Anderzijds draagt de verspreiding van ICT bij aan de daling van transactiekosten, waardoor kleinere bedrijven meer kansen krijgen. Ook het effect van globalisatie op het aantal ondernemers is moeilijk in te schatten. Grote bedrijven profiteren van groeiende wereldwijde concurrentie omdat ze meer afzetmogelijkheden hebben. Maar ook kleine bedrijven kunnen profiteren van globalisatie; ze kunnen gespecialiseerde of cultureel onderscheidende producten op de markt brengen. Bovendien kunnen ze, doordat informatie gemakkelijker verspreid wordt, met grotere bedrijven concurreren bij de marketingactiviteiten en het productieproces van de door hen verkochte producten en diensten.

Tertiarisering van de economie door opkomst nieuwe diensten
Inspringen op de wensen van de consument is een belangrijke factor binnen het MKB. In rijke landen, waartoe we Nederland ook kunnen rekenen, is de diversiteit in de consumptieve vraag in het algemeen hoger dan in de minder ontwikkelde landen. Een hoger inkomensniveau betekent een grotere vraag naar goederen en diensten met een sterk individueel karakter. Gespecialiseerde bedrijven kunnen hier goed op inspringen. Kleine bedrijven zijn flexibeler en kunnen beter tegemoetkomen aan individuele behoeften. Als men te maken heeft met een grote diversiteit in de consumentenvraag, kan men succes hebben door nichemarkten op te zoeken. De diversiteit in de consumentenvraag biedt vooral perspectief voor de dienstensector. Deze sector is in het algemeen kleinschalig. In de periode van 1987 tot 2006 is het aandeel van de diensten in de werkgelegenheid toegenomen van 31 procent tot 46 procent.

Sectorverschillen
Het hiervoor geschetste beeld is vanuit een macroperspectief. Uiteraard laten sectoren verschillende ontwikkelingen zien. Zo is de detailhandel een verzadigde markt geworden met veel concurrentie. Lange tijd is er sprake geweest van schaalvergroting. Dit heeft het aantal starters gedrukt. In 2004 gingen bedrijven anders om met schaalvergroting. In plaats van op filialisering (uitbreiding van de winkelketen met eigen vestigingen) werd er gericht op franchising(uitbreiding van de winkelketen met zelfstandige ondernemers). Een opgerichte franchise wordt gezien als starter. Daardoor nam het aantal starters toe in de detailhandel. In de detailhandel is een nieuwe trend waargenomen, namelijk de enorme toename van internetwinkels. Volgens het CBS was in 2005 bijna één op de vijf nieuwe onderneming in de detailhandel een 27 internetwinkel. Het aantal starters nam in de bouw sterk toe door de opkomst van het zzp-schap. Andere sectoren met een grote groei van het aantal starters zijn de dienstensector en de transportsector. In 2006 is het totale aantal starters ten opzichte van 2005 gestegen, maar dit geldt niet voor elke sector. Met name in de metaalindustrie, het bank- en verzekeringswezen, en het verhuur van roerende goederen is een afname te zien van het aantal starters. Opvallende stijgers waren de bouwnijverheid, de zakelijke dienstverlening, overige zakelijke dienstverlening en overige commerciële diensten.


Voor inlichtingen: 079 343 06 04

Bedrijvendynamiek en werkgelegenheid; Periode 1987-2007

03 april 2008

De werkgelegenheidsontwikkeling is een proces van banencreatie en banenverlies bij bedrijven. Banencreatie vindt plaats door de oprichting van nieuwe bedrijven en de groei van bestaande bedrijven. Verlies van werkgelegenheid treedt op bij de opheffing van bedrijven en doordat een deel van de bestaande bedrijven krimpt. In dit rapport staan de bedrijvendynamiek en de daarbij behorende werkgelegenheidsveranderingen centraal. De basis van dit rapport wordt gevormd door een unieke en uitgebreide database die door EIM jaarlijks wordt geactualiseerd.

Leave this field empty

Auteur(s): drs. K.L. Bangma, drs. N.G.L. Timmermans

Contact

Via onderstaande gegevens kunt u contact met ons opnemen. Als u op de hoogte wilt blijven van interessant nieuws, kunt u ons ook volgen op twitter en/of onze LinkedIn-pagina. Daarnaast hebben wij een grote bron van informatie over werk van Panteia op onze nieuws-pagina.

Postadres:
Postbus 7001
2701 AA Zoetermeer

tel: +31 (0)79 322 20 00
fax: +31 (0)79 322 21 01

e-mail: info@panteia.nl

Bezoekadres:
Bredewater 26
2715 CA Zoetermeer