Inkomen starters sterk gedaald

28 mei 2004

Inkomen starters sterk gedaald

Uit onderzoek van EIM blijkt dat het inkomen van startende zelfstandigen in de jaren negentig sterk achteruitgegaan is. Tussen 1989 en 1999 daalde dit gemiddeld met 25%. Dat zelfstandigheid geleerd kan worden blijkt uit het succes van zelfstandigen die na een bedrijfsbeëindiging een herstart maken. Van de starters die het eerste jaar niet overleven vindt ruim de helft binnen een jaar weer een baan. Dit en meer blijkt uit het EIM rapport 'Wordt de spoeling dun?', een onderzoek naar de inkomensontwikkeling van startende zelfstandigen.

Trendmatige daling over hele breedte zichtbaar

Het onderzoek laat zien dat het gemiddelde inkomen van startende zelfstandigen trendmatig achteruitgegaan is tussen 1989 en 1999. De totale procentuele daling van het gemiddelde besteedbare (jaar)inkomen in deze periode bedroeg 25%. In 1999 bedroeg het gemiddelde besteedbare inkomen van een starter 14.000 euro. Populatieveranderingen blijken van geringe invloed te zijn; in bijna alle lagen van de groep startende zelfstandigen is de dalende inkomenstrend te zien. Om de invloed van populatieveranderingen op de uitkomsten van het onderzoek enigszins te verminderen is ook gekeken naar een relatief homogene grote groep 'modelstarters': startende mannelijke zelfstandigen tussen 25 en 44 jaar, met een meerpersoonshuishouden en zonder looninkomsten. Ook binnen deze groep is dezelfde dalende trend te zien.

Verklaringen voor dalende inkomenstrend

Voor een verklaring van de dalende inkomenstrend zijn geen harde bewijzen gevonden. Er lijkt weinig verband te zijn met de conjuncturele ontwikkeling of met het afschaffen van de vestigingswet. Mogelijk bereiden de ondernemers in spe zich steeds minder goed voor op de bedrijfsstart, wat tot uiting komt in een negatief effect op de inkomensontwikkeling. Diverse onderzoeken tonen aan dat steeds minder starters een ondernemersplan schrijven of een specifieke starterscursus volgen.

Herstarters presteren goed

Herstarters presteren opvallend goed in termen van besteedbaar inkomen. De hernieuwde kennismaking met het ondernemingsavontuur resulteert in een toename van het inkomen met 38%. Het volgende jaar neemt dit nog verder toe met 16%. Deze resultaten sluiten aan bij de Amerikaanse opvattingen jegens bedrijfsbeëindigingen: bedrijfsbeëindiging wordt niet als een mislukking beschouwd, maar als een belangrijk 'leermoment'. Deze ervaring vergroot de kans op succes bij een nieuwe poging tot het oprichten van een bedrijf.

Helft van stoppers vindt snel een baan

Van de starters waarvan de onderneming het eerste jaar niet overleeft (gemiddeld 16%), vindt 51% binnen een jaar weer een baan in loondienst. Een kwart belandt in de sfeer van uitkeringen en inkomensoverdrachten. Twee jaar later is dit aandeel gedaald tot 20%. Absoluut gezien leidt de ondernemersdrift tot een substantiële afname van het aantal uitkeringen en inkomensoverdrachten. Het aantal stoppers dat na bedrijfsbeëindiging een uitkering aanvraagt is vele malen lager dan het aantal starters dat een uitkering had een jaar voor de start.

Informatie

Meer informatie vindt u in de publicatie 'Wordt de spoeling dun?'. Deze publicatie (bestelnummer A200317, 40 euro) kunt u telefonisch of per fax bestellen bij EIM. U kunt de publicatie ook kosteloos downloaden van www.eim.nl/mkb-en-ondernemerschap.


Voor inlichtingen: 079 343 06 04

Wordt de spoeling dun?

28 mei 2004

In het onderzoek is de inkomenspositie en -ontwikkeling van startende zelfstandigen in kaart gebracht. Er komt naar voren dat het gemiddelde inkomen van deze starters tussen 1989 en 1999 trendmatig achteruitgegaan is met 25%. Van de starters waarvan de onderneming het eerste jaar niet overleeft (gemiddeld 16%), vindt 51% meteen weer een baan in loondienst. Absoluut gezien is er een substantiële afname van het aantal uitkeringen en inkomensoverdrachten. Herstarters presteren opvallend goed in termen van besteedbaar inkomen. Het onderzoek is primair beschrijvend van aard. Nader onderzoek is nodig om verklaringen te vinden voor de daling van het inkomen. Ook de kwaliteit van de starters, en de mogelijkheid voor de overheid daaraan bij te dragen, zou nader onderzocht moeten worden.
Leave this field empty

Auteur(s): drs. M. Folkeringa, drs. P.J.M. Vroonhof

Contact

Via onderstaande gegevens kunt u contact met ons opnemen. Als u op de hoogte wilt blijven van interessant nieuws, kunt u ons ook volgen op twitter en/of onze LinkedIn-pagina. Daarnaast hebben wij een grote bron van informatie over werk van Panteia op onze nieuws-pagina.

Postadres:
Postbus 7001
2701 AA Zoetermeer

tel: +31 (0)79 322 20 00
fax: +31 (0)79 322 21 01

e-mail: info@panteia.nl

Bezoekadres:
Bredewater 26
2715 CA Zoetermeer