Innovativiteit industrie tussen 1998 en 2000 gedaald

30 oktober 2003

De innovativiteit van de Nederlandse industrie is in de periode 1998-2000 afgenomen. Ten opzichte van de twee jaar ervoor laten diverse innovatiemaatstaven voor het overgrote deel een afname zien. Deze ontwikkeling doet zich het sterkst voor in het middenbedrijf. In het grootbedrijf zijn de dalingen ofwel geringer, of is er slechts sprake daling in relatieve zin (percentueel). Dit blijkt uit het rapport 'De innovativiteit van de Nederlandse industrie, editie 2003' van EIM, gebaseerd op de laatst beschikbare data van het CBS.

De aandacht in de Nederlandse industrie voor innovatie nam in het jaar 2000 af ten opzichte van de twee jaar ervoor. De totale innovatie-uitgaven als percentage van de productiewaarde liepen terug. Alleen de uitgaven aan uitbesteed onderzoek als percentage van de productiewaarde namen iets toe. Deze stijging is overigens volledig toe te schrijven aan het grootbedrijf. In het middenbedrijf daalden ook de uitgaven aan uitbesteed onderzoek.

R&D-uitgaven gedaald

Ook de uitgaven aan R&D daalden. De grootste afname is te zien bij het middenbedrijf. De uitgaven aan R&D in het middenbedrijf daalden zowel in absolute als relatieve zin (uitgedrukt als percentage van de productiewaarde). Bovendien werd er in het middenbedrijf in de industrie in 2000 bijna een kwart minder aan R&D-medewerkers ingezet dan in 1998.
Hoewel ook in het grootbedrijf de uitgaven aan R&D als percentage van de productiewaarde daalden, stegen de uitgaven aan R&D in het grootbedrijf nog wel in absolute zin. De daling van het aantal R&D-medewerkers bleef hier beperkt tot iets meer dan 4%. Opvallend is dat in de onderzochte periode het gebruik van Nederlandse technologiesubsidies ondanks de daling van de innovatie-uitgaven steeg.

Aandacht voor procesmaatstaven verminderd

De aandacht voor aspecten die van invloed zijn op het innovatieproces daalde in de onderzochte periode eveneens. Het percentage bedrijven dat niet-technologische vernieuwingen doorvoerde in de periode 1998-2000 ligt een stuk lager dan in de periode 1996-1998. Deze bedrijven voerden echter vaak op meerdere gebieden niet-technologische innovaties door. De aandacht voor strategieaanpassingen, reorganisaties, managementaanpassingen en esthetische productaanpassingen nam namelijk toe. De belangstelling voor partnerships voor innovatie lijkt iets te zijn afgenomen. Vooral in het middenbedrijf daalde het aantal bedrijven met partnerships.

Minder output van innovatie

Het percentage bedrijven met gerealiseerde innovaties daalde in de periode 1998-2000 licht. Alleen in de textiel- en kledingindustrie, in de bouwmaterialen-, meubel- en overige industrie, in de papier- en kartonindustrie en in de transportmiddelenindustrie nam het percentage bedrijven met gerealiseerde innovaties toe.
Het percentage middenbedrijven met gerealiseerde innovaties daalde sterker dan het percentage grootbedrijven met gerealiseerde innovaties. Vooral het percentage middenbedrijven met procesinnovaties lijkt te zijn gedaald. In het grootbedrijf is de daling het gevolg van de groei van het totale aantal bedrijven. Het absolute aantal grootbedrijven met gerealiseerde innovaties steeg wel.

Informatie

Meer informatie vindt u in de EIM-publicatie 'De innovativiteit van de Nederlandse industrie, editie 2003'. Deze publicatie kunt u kosteloos downloaden.

Informatie over de periode 1999-2003 vindt u in het EIM-rapport Innovatie in het MKB en het bijbehorende persbericht Innovatie in het MKB daalt niet meer van 2 oktober 2003.


Voor inlichtingen: 079 343 06 04

De innovativiteit van de Nederlandse industrie, 1998-2000

30 oktober 2003

In dit rapport wordt een overzicht gegeven van de innovatie-intensiteit op sectorniveau (2-digit) in het midden- en grootbedrijf van de Nederlandse industrie. Hierbij wordt speciale aandacht besteed aan de vraag hoe de innovativiteit van de industrie zich in de periode 1998-2000 heeft ontwikkeld. De publicatie is bedoeld voor beleidsmakers en adviseurs die zich een beeld willen vormen van de innovativiteit van het Nederlandse bedrijfsleven, of hiervoor een kwantitatieve onderbouwing zoeken.
Leave this field empty

Auteur(s): drs. M. Lankhuizen, drs. M.J. Overweel, drs. P. Gibcus, ir. C.C. van de Graaff

Contact

Via onderstaande gegevens kunt u contact met ons opnemen. Als u op de hoogte wilt blijven van interessant nieuws, kunt u ons ook volgen op twitter en/of onze LinkedIn-pagina. Daarnaast hebben wij een grote bron van informatie over werk van Panteia op onze nieuws-pagina.

Postadres:
Postbus 7001
2701 AA Zoetermeer

tel: +31 (0)79 322 20 00
fax: +31 (0)79 322 21 01

e-mail: info@panteia.nl

Bezoekadres:
Bredewater 26
2715 CA Zoetermeer