De stille reserve en het midden- en kleinbedrijf

29 april 2003

Nederland kende aan het einde van de jaren negentig een groeiende krapte op de arbeidsmarkt. Deze bereikte een hoogtepunt in de jaren 2000 en 2001. Met name bedrijven in de bouw, de industrie en de detailhandel, maar ook in de zorg en het welzijnswerk, hadden in deze tijd moeite om aan voldoende geschikt personeel te komen. Ondanks deze krapte bevond zich onder de Nederlandse beroepsbevolking een substantiële groep die niet werkte, dat wel wilde en daartoe ook goed in staat was. EIM heeft studie verricht naar deze groep 'De stille reserve en het MKB'. Deze groep wordt de 'stille reserve' genoemd, omdat zij wel voldoende potentie hebben maar zich nauwelijks manifesteren als werkzoekenden.

Welke potentie heeft de stille reserve?

In 2001 was de omvang van de stille reserve 190.000. Ten opzichte van het jaar ervoor is het aantal met 15% gedaald, toen er nog 212.000 tot deze groep behoorden. Hoewel de gegevens over 2002 nog ontbreken, is de verwachting dat de omvang van de stille reserve vanaf 2001 weer zal toenemen. Binnen de stille reserve kunnen drie groepen worden onderscheiden. De grootste groep bestaat uit huisvrouwen. De meesten van hen hebben een beroepsopleiding gevolgd op lager of middelbaar niveau, grotendeels voor werk in de gezondheidszorg. Velen van hen zouden op korte termijn aan de slag kunnen. De redenen waarom zij de stap naar de arbeidsmarkt niet zetten zijn uiteenlopend. In de eerste plaats zijn zij kritisch doordat er eisen worden gesteld aan de inhoud van het werk: het moet uitdagend zijn en het moet een beroep doen op hun professionaliteit. Ook willen veel vrouwen werk waarin contact met anderen centraal staat. Naast inhoudelijke eisen stelt deze groep vrouwen tevens eisen aan de werktijden. De meeste vrouwen zijn uitsluitend beschikbaar voor parttime werk, vaak voor minder dan twintig uur per week. Binnen de stille reserve is er een substantiële groep van 55-plussers. De eisen die zij aan werk stellen zijn grotendeels vergelijkbaar met die van de huisvrouwen. Een derde groep wordt gevormd door jongeren (18-25 jaar), het merendeel is schoolverlater. Een groot deel van deze groep stille reserve kan worden verklaard met het structureel voorkomende verschijnsel van frictiewerkloosheid: vraag en aanbod sluiten niet goed op elkaar aan. Deze groep is grotendeels fulltime beschikbaar, goed opgeleid en kent weinig barrières om toe te treden tot de arbeidsmarkt.

Aandacht voor deze groep

De aandacht voor de stille reserve is beperkt. Veel MKB-ondernemers weten de groep niet te vinden. De personeelsadvertenties waarin eisen expliciet zijn geformuleerd weerhouden velen ervan om te solliciteren. Zij zijn geneigd vanwege een gedateerde opleiding en werkervaring, hun kansen op de arbeidsmarkt laag in te schatten. Tevens valt deze groep vaak buiten het blikveld van openbare arbeidsbemiddeling. Deze instellingen besteden wel aandacht aan specifieke doelgroepen zoals huisvrouwen, ouderen en jongeren, maar de aandacht gaat vooral uit naar hen die ingeschreven staan bij het CWI (Centrum voor Werk en Inkomen) of de sociale dienst. Vraag en aanbod kunnen beter tot elkaar worden gebracht wanneer aandacht wordt besteed aan de aard van de mismatches.

Informatie

Meer informatie over dit onderwerp is te vinden in de rapportage 'De stille reserve en het MKB'. De publicatie is telefonisch of per fax te bestellen bij EIM. Deze is ook kosteloos te downloaden via www.eim.nl/mkb-en-ondernemerschap.


Voor inlichtingen: 079 343 06 04

De stille reserve en het MKB

29 april 2003

In Nederland bestond tot voor kort krapte op de arbeidsmarkt. Deze krapte manifesteerde zich met name in het MKB. Bedrijven uit sectoren als bouw, industrie, handel, gezondheids- en welzijnszorg hadden moeite om aan voldoende personeel te komen. Zij werden belemmerd in hun groei. Veel bedrijven hadden zelfs moeite om de productie en/of dienstverlening op peil te houden. Tegelijkertijd kende de Nederlandse beroepsbevolking een substantieel deel dat niet werkte, dat wel wilde maar op een of andere manier de stap naar de arbeidsmarkt niet zette. Voorzover mensen uit de groep niet ingeschreven zijn bij CWI of sociale dienst duidt men deze groep ook wel aan als stille reserve. EIM heeft deze groep bestudeerd en is nagegaan welke betekenis zij kunnen hebben voor de vraag naar werknemers in het MKB.

Leave this field empty

Auteur(s): drs. G.W. Brummelkamp, drs. H.J. van Driel

Contact

Via onderstaande gegevens kunt u contact met ons opnemen. Als u op de hoogte wilt blijven van interessant nieuws, kunt u ons ook volgen op twitter en/of onze LinkedIn-pagina. Daarnaast hebben wij een grote bron van informatie over werk van Panteia op onze nieuws-pagina.

Postadres:
Postbus 7001
2701 AA Zoetermeer

tel: +31 (0)79 322 20 00
fax: +31 (0)79 322 21 01

e-mail: info@panteia.nl

Bezoekadres:
Bredewater 26
2715 CA Zoetermeer